Het melden van discriminatie is en blijft belangrijk, niet alleen voor de personen die het zelf meemaken, maar ook voor andere mensen als zijzelf, en voor de samenleving als geheel. Het Meldpunt Discriminatie Gooi en Vechtstreek gaat per 1 januari 2024 verder als Discriminatie.nl Gooi en Vechtstreek. Hiermee bundelen wij de krachten met alle andere lokale en regionale anti-discriminatie voorzieningen in Nederland. Al deze bureaus gaan samenwerken onder één naam (discriminatie.nl) maar met behoud van de eigen regionale functie. Doel is om het melden van discriminatie makkelijker en toegankelijker te maken door het aanbieden van een landelijk herkenbaar meldpunt, waarbij melders dichtbij huis ondersteuning krijgen door consulenten discriminatiezaken uit hun eigen regio. Begin januari wordt ook de nieuwe website discriminatie.nl gelanceerd, met daarin alle actuele informatie over ons antidiscriminatiebureau.
Nieuwe aflevering van Effe Chill van Jongerenwerk Hilversum met een ervaringsverhaal over stagediscriminatie. Het Meldpunt was te gast om te vertellen welke stappen je kunt nemen om stagediscriminatie en andere vormen van discriminatie te bestrijden.
“Als je gediscrimineerd of buitengesloten wordt, doet dat pijn. Als het Meldpunt dan helpt geeft dat rust. Want anders blijf je ermee zitten.”
Kom op voor jezelf. Laat horen wat er gebeurt: dat is de oproep van Steven (36) uit Nederhorst den Berg. Hij reist veel samen met zijn geleidehond Trooper, vooral in en rondom Amsterdam. De geleidehond gaat overal met hem mee naar toe. Steven is blind, op zijn negentiende geworden. Na het revalideren heeft hij een eigen praktijk opgebouwd, waar hij nu alweer bijna veertien jaar werkt. Wij spraken met hem en zijn partner Roos in het kader van de Week van de Toegankelijkheid.
Meldpunt: Wat betekent toegankelijkheid voor jou?
Steven: Toegankelijkheid betekent voor mij dat ik overal even welkom ben als iemand die geen handicap heeft. Dat ik met mijn geleidehond gewoon naar binnen kan gaan als ieder ander. Ik heb redelijk vaak contact met het Meldpunt, omdat het voorkomt dat ik niet welkom ben met mijn hond.
Meldpunt: Heb je voorbeelden?
Steven: Ik heb denk ik twee goede voorbeelden. Ik kwam met mijn geleidehond bij een grote Nederlandse bank in Amsterdam. Daar werd ik geweigerd aan de deur door de beveiliging. Dat liep dusdanig hoog op dat ik me geïntimideerd voelde, omdat deze beveiliger heel dicht bij mij kwam staan. Dat is nogal vervelend als je iemand niet ziet. Wat deze situatie al helemaal vervelend maakte, is dat ik helemaal niet bij de bank moest zijn. Alleen die bank bevindt zich in het naastgelegen pand van waar ik mijn afspraak had. Ik moest dus wel even weten waar ik was om weer mijn weg te kunnen vervolgen. Dat had simpel opgelost kunnen worden als de beveiliger had gezegd: ik help je wel even. Uiteindelijk heeft iemand anders mij wel geholpen. Maar ja, je bent wel geweigerd. Daarom heb ik uiteindelijk het Meldpunt gebeld. En toen is dit heel netjes door de bank opgelost. Zij hebben hun oprechte excuses gemaakt. En zij hebben een donatie gedaan aan het KNGF en een toegankelijkheidssticker van de website www.eenhulphondiswelkom.nl besteld en op hun deur bevestigd.
Anderzijds kom je ook wel eens bedrijven tegen, die zeggen: “Nou ja, het is wat het is. Sorry. Het gebeurt niet bij ons”. Zo kwam ik in Amsterdam in een restaurant waar de hond niet naar binnen mocht. Dus ik moest buiten gaan zitten. Dat komt niet heel erg klantvriendelijk over. Toen ben ik weggegaan en vervolgens heb ik het Meldpunt Discriminatie opgebeld. Zij zijn in gesprek gegaan met de ondernemer. En die persoon zegt dan: “Ja maar dat gebeurt bij ons helemaal niet. Die man is nooit geweest”. Dus dan moet je ook nog eens gaan vertellen dat je er daadwerkelijk wel geweest bent. Gelukkig was in dit geval Roos bij mij. Zij heeft foto’s gemaakt. Daardoor kun je laten zien dat je er wel degelijk geweest bent.
Meldpunt: Denk je dat mensen weten dat ze dit soort situaties kunnen melden en dat zij dit gemakkelijk doen?
Steven: Eigenlijk zijn er heel weinig mensen die het voorleggen aan het Meldpunt Discriminatie. Want je moet het weer uitleggen. Mensen denken dan: “Het is al vervelend genoeg, laat nou maar zitten”. Ik denk juist als je het gesprek erover aangaat wordt het kenbaarder dat het niet wenselijk gedrag is wat daar vertoond wordt. Ik denk dat heel veel blinden en slechtzienden maar ook andere gehandicapten het eigenlijk niet doen, omdat ze toch al hun neus stoten. Terwijl juist door er ruchtbaarheid aan te geven, door het te melden, kan er iets aan worden gedaan. En als het dan weer goed wordt opgelost, dan is het ook klaar. Maar dan is er wel een melding, dan is het wel duidelijk dat het plaatsvindt.
Meldpunt: In hoeverre denk je dat het Meldpunt bekend is bij instanties en bij mensen met een beperking?
Steven: Er is nog een lange weg te gaan. Niet alle instanties en belangenorganisaties weten denk ik dat het Meldpunt bestaat en dat zij kunnen doorverwijzen. Dat merk je wel. Ik kwam zelf ook pas laat bij het Meldpunt Discriminatie terecht.
Meldpunt: Waarom is het belangrijk dat mensen het melden? Wat is jouw ervaring gezien de meldingen die je hebt gemaakt?
Steven: Als ik die meldingen niet zou kunnen maken, dan zou ik niks doen met het feit dat ik geweigerd word vanwege mijn geleidehond. Als je het niet meldt, dan voel je je op de lange termijn nog meer achtergesteld. Omdat er niks mee gebeurt. Je blijft ermee zitten. Maar als het Meldpunt Discriminatie het oppakt, dan weet je dat het serieus wordt genomen en dat er serieus wat mee wordt gedaan. Het Meldpunt is een organisatie die je helpt, die je bijstaat in het zoeken naar een oplossing, voor zover dat natuurlijk mogelijk is. Als ik het dan heb gemeld dan kan ik het ook loslaten. Ik hoef dan ook niet zelf een brief te schrijven. Een brief van het Meldpunt over mijn klacht brengt wel meer gewicht in de schaal.
Meldpunt: Hebben die meldingen voor je gevoel ook zin gehad?
Steven: Naar mijn mening hebben alle meldingen die ik heb gemaakt tot nu toe gewenst resultaat gehad. Ik denk dat mijn meldingen goed zijn afgehandeld. De behandeling van de melding leidt in ieder geval tot bewustwording bij de ondernemer: dat wat daar gebeurt, niet handig is en vervolgens wel op een andere manier kan. Ik denk dat het belangrijk is dat je als ondernemer of organisatie laat zien dat je openstaat voor iedereen. Als je in de horeca tegen een bezoeker zegt: “Je mag hier niet naar binnen”, dan kwets je iemand echt ontzettend. En dat kwetsen kun je niet meer terughalen. Dat heb je dan al gedaan. Dus die pijn is er al.
Ik denk dat het nog duidelijker moet worden dat het echt niet oké is wat er gebeurt. Nu denkt een horecaondernemer misschien: “O, we komen nog goed weg. Laat de volgende keer diegene binnen zitten en het is opgelost”. Als dat gebeurt hebben ze het belang van toegankelijkheid misschien ook wel begrepen. Maar je ziet toch ook wel regelmatig voorbeelden van ondernemers die het niet begrijpen. En die ook niet begrijpen hoe je iemand kwetst.
Meldpunt: Wat zou je andere mensen in een vergelijkbare situatie willen meegeven?
Steven: Laat het niet liggen, doe er wat mee, laat zien dat je er bent. Bij het Meldpunt wordt er naar je klacht geluisterd, je voelt je gehoord en gezien. Je komt als doelgroep ook veel verder als je het meldt.
2 oktober 2023. Het College voor de Rechten van de Mens in Utrecht heeft geoordeeld dat de Belastingdienst/Toeslagen zich schuldig heeft gemaakt aan indirecte discriminatie op grond van ras jegens een inwoner van het Gooi. De uitspraak van vandaag is het resultaat van een procedure bij het College, waarin het Meldpunt Discriminatie de persoon in kwestie heeft bijgestaan. Deze persoon is een van meerdere slachtoffers van de toeslagenaffaire die een klacht hebben ingediend bij het College.
Copyright: College voor de Rechten van de Mens
De Belastingdienst/Toeslagen heeft zich schuldig gemaakt aan indirecte discriminatie in de kinderopvangtoeslagaffaire. Dit blijkt uit de eerste drie zaken van zogenoemde ‘toeslagenouders’ die het College voor de Rechten van de Mens heeft onderzocht en getoetst aan de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB). Het oordeel luidt drie keer: verboden indirect onderscheid op grond van ras.
Vooronderzoek
Tientallen gedupeerde ouders dienden naar aanleiding van de toeslagenaffaire een klacht in bij het College voor de Rechten van de Mens. Zij vroegen het College om te onderzoeken of zij gediscrimineerd zijn vanwege hun niet-Nederlandse afkomst. In het in september 2022 door het College gepubliceerde vooronderzoek stelde het College op basis van statistische gegevens vast dat mensen met een buitenlandse afkomst (veel) vaker getroffen werden door verschillende onderdelen van de harde fraudeaanpak dan mensen van Nederlandse afkomst. Het College concludeerde dat er voldoende feiten zijn om uit te gaan van een vermoeden van onderscheid bij deze zaken. Dat zorgt ervoor dat de bewijslast omdraait. Het betekent dat niet de ouders moeten bewijzen dat ze gediscrimineerd zijn, maar de Belastingdienst/Toeslagen moet bewijzen dat er niet is gediscrimineerd.
In het vooronderzoek gaf het College ook aan dat nog niet duidelijk was waardoor de gemeten statistische effecten werden veroorzaakt. Die effecten konden verschillende oorzaken hebben. Er kon sprake zijn van direct onderscheid op grond van buitenlandse afkomst (ras) door de Belastingdienst/Toeslagen. Maar er kon ook sprake zijn van indirect onderscheid. Dat verschil is belangrijk, omdat direct onderscheid op grond van ras bij dit overheidsoptreden altijd verboden is, terwijl indirect onderscheid soms wel is toegestaan. Namelijk in het geval dat er een zogeheten objectieve rechtvaardiging is.
De drie oordelen
In de oordelen van vandaag (2023-101, 2023-102 en 2023-103) concludeert het College dat het vermoeden van onderscheid dat uit het vooronderzoek komt, ook op deze drie specifieke zaken van toepassing is. Vervolgens moest de Belastingdienst/Toeslagen bewijzen geen direct onderscheid gemaakt te hebben.
Er is sprake van direct onderscheid op grond van buitenlandse afkomst (ras) door de Belastingdienst/Toeslagen als mensen vanwege hun afkomst worden geselecteerd voor controle of nader onderzoek. Dan zouden de selectiecriteria direct te maken hebben met de buitenlandse afkomst van de ouders. Dergelijk direct onderscheid is bij het handelen van de Belastingdienst/Toeslagen waar het hier om gaat altijd verboden.
De selectiecriteria die werden gehanteerd mochten dus niet te maken hebben met de buitenlandse afkomst van de ouders. Het College stelt vast dat die criteria en redenen inderdaad neutraal waren en niet te maken hadden met hun buitenlandse afkomst.
Voor zover er sprake is van indirect onderscheid bij de selecties, concludeert het College dat dit objectief gerechtvaardigd was. Voor zover er indirect onderscheid is gemaakt bij het stopzetten en terugvorderen van kinderopvangtoeslag bij de klagers concludeert het College echter dat dit niet objectief gerechtvaardigd was.
De harde fraudeaanpak door de Belastingdienst/Toeslagen was niet noodzakelijk, had disproportionele gevolgen voor de klagers en was niet gebaseerd op een zorgvuldige belangenafweging. Daarom oordeelt het College in alle drie de zaken dat de Belastingdienst/Toeslagen verboden indirect onderscheid heeft gemaakt. En ook dat is een vorm van discriminatie.
Vervolgstappen
De informatie die de Belastingdienst over de individuele situaties van de klagers heeft aangedragen, kan bijdragen aan het begrijpen van wat hen is overkomen. Het College is niet bevoegd om sancties te verbinden aan zijn oordeel of om een schadevergoeding toe te kennen. Als de klagers een schadevergoeding zouden willen, moeten zij daarvoor naar de rechter stappen, die het oordeel van het College in diens afweging moet meenemen.
Het College heeft aan zijn oordelen wel een aanbeveling toegevoegd. Daarin dringt het College er bij de Belastingdienst/Toeslagen op aan om vooraf te controleren of hun algoritmen op verantwoorde wijze worden ingezet. Bijvoorbeeld met behulp van het instrument Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes (IAMA). Daarnaast beveelt het College aan periodiek te monitoren of er wellicht discriminerende effecten optreden als gevolg van hun werkwijzen. Hoewel dat soort discriminerende effecten niet per definitie verboden zijn, doet de dienst er goed aan om toch te bezien of deze zoveel mogelijk kunnen worden tegengegaan.
Op 16 en 17 september 2023 staat het Meldpunt met een kraam op de informatiemarkten Bussum Cultureel en de Hilversumse Sportfair. Veel inwoners kennen ons nog niet, en weten niet dat wij samenwerken in een landelijke organisatie, discriminatie.nl. Daarom is het goed om op deze publieksevenementen met mensen in gesprek te komen en informatie te geven. Ook het belang van het melden van discriminatie, en van respect en gelijke behandeling in sport en cultuur wordt tijdens deze dagen onder de aandacht van de bezoekers gebracht.
De discriminatiecijfers 2022 van de regio Midden-Nederland met cijfers van de regio’s Utrecht, Flevoland en Gooi en Vechtstreek zijn gelijk met de landelijke cijfers verschenen. Het volledige rapport met inzichtelijke grafieken, toelichtingen en voorbeelden van cases is hier te downloaden:
Veruit de meeste meldingen bij de ADV’s en meldingen en aangiften bij de politie hadden betrekking op discriminatie vanwege herkomst/huidskleur. Bij de ADV’s gaat het om 51% en bij de politie om 43% van alle registraties in Midden-Nederland. Bij de ADV’s werd het meest melding gemaakt van incidenten op de arbeidsmarkt. Download en lees het rapport voor nadere informatie.
Op 25 april 2023 zijn de landelijke cijfers discriminatie 2022 gepubliceerd en aangeboden aan de minister van Binnenlandse Zaken, Hanke Bruins Slot. Herkomst was de meest gemelde discriminatiegrond. Ook discriminatie op grond van geslacht, seksuele gerichtheid en handicap werd vaak gemeld.
De politie registreerde 6738 incidenten in 2022, dat is 2 procent meer dan het jaar ervoor en bijna een kwart meer dan drie jaar geleden. Bij de antidiscriminatiebureaus daalde het aantal meldingen tot 5281 in 2022, bijna een kwart minder dan in 2021. Dat heeft voor een groot deel te maken met een sterke daling van het aantal meldingen over coronamaatregelen – in 2021 was ruim 30% van de meldingen corona-gerelateerd. Er is ook bij antidiscriminatiebureaus in 2022 sprake van een hoger aantal meldingen, als men kijkt naar alle vormen van discriminatie die niet met corona te maken hadden. Zo ontvingen de antidiscriminatiebureaus het afgelopen jaar meer meldingen over o.a. herkomst, geslacht en seksuele gerichtheid.
Herkomst meest gemelde discriminatiegrond
Herkomst (huidskleur, afkomst en etniciteit) is bij alle instanties de meest voorkomende discriminatiegrond in meldingen of registraties. Bij de meeste instanties, met uitzondering van de Nationale ombudsman, is het aandeel van deze grond tussen 2021 en 2022 bovendien gestegen. Zowel in de politieregistraties als in de meldingen bij antidiscriminatiebureaus gaat het in deze gevallen vaak om beledigingen en scheldpartijen. Bij de antidiscriminatiebureaus komen daarnaast veel meldingen binnen waarin het gaat om omstreden behandeling, bijvoorbeeld een onterechte weigering aan de deur van een discotheek. Bij de politie is in 14 procent van de incidenten naast beledigen en schelden ook sprake van geweld.
Discriminatie op grond van seksuele gerichtheid, geslacht en handicap
Na herkomst registreerde de politie de meeste incidenten op grond van seksuele gerichtheid (32 procent) en antisemitisme (8 procent). Handicap is bij de antidiscriminatiebureaus de op een na meest gemelde discriminatiegrond.
Bij de antidiscriminatiebureaus kwamen 43 procent meer meldingen binnen van discriminatie op grond van geslacht. Ook het aantal meldingen op grond van seksuele gerichtheid nam toe met 27 procent. Daarentegen liep het aantal meldingen van leeftijdsdiscriminatie terug met 37 procent. De verzoeken om een oordeel bij het College laten precies hetzelfde patroon zien: het aantal verzoeken met betrekking tot geslacht steeg met 30 procent, ook het aantal verzoeken op grond van seksuele gerichtheid (alhoewel nog steeds laag) nam toe. Het aantal verzoeken gerelateerd aan leeftijd als discriminatiegrond daalde juist met 43 procent.
Arbeidsmarktdiscriminatie
Antidiscriminatiebureaus, het College voor de Rechten van de Mens en de Kinderombudsman registreren op welk maatschappelijk terrein de discriminatie zich afspeelt. De meeste meldingen bij antidiscriminatiebureaus hebben betrekking op de arbeidsmarkt (21 procent), zoals bij sollicitaties, op de werkvloer en bij promotie en ontslag. In 16 procent van de gevallen gaat het om collectieve voorzieningen zoals gemeentelijke diensten of instellingen zoals een wijkteam of een bibliotheek. De commerciële dienstverlening (bijvoorbeeld winkels) is goed voor 12 procent van de meldingen.
Bij het College gaat 35 procent van de verzoeken om een oordeel in 2022 over de arbeidsmarkt, 26 procent van de verzoeken gaat over discriminatie bij het leveren van goederen en diensten – denk bijvoorbeeld aan discriminatie door taxibedrijven, verzekeringen of sportscholen. In 7 procent registreert het College ‘sociale bescherming’ als terrein: daarbij gaat het veelal om besluiten van (gemeentelijke) uitvoeringsorganisaties, bijvoorbeeld over toeslagen, uitkeringen, of het aanbieden van een woonwagenstandplaats. Bij de Kinderombudsman gaan 22 van de 26 meldingen over het onderwijs. Naast pesten tussen leerlingen onderling, gaat het dan bijvoorbeeld ook over het (onterecht) krijgen van een lager schooladvies.
In 2022 zijn bij het Meldpunt Discriminatie Gooi en Vechtstreek in totaal 123 discriminatieklachten binnengekomen. Als de corona-gerelateerde en anonieme meldingen niet worden meegeteld is sinds 2019 een stijging in het aantal ontvangen meldingen waar te nemen: van 83 meldingen in 2019, naar 88 meldingen in 2020, 98 in 2021 en uiteindelijk 115 meldingen in 2022.
Aantal meldingen Gooi en Vechtstreek, 2019-2022
De cijfers voor 2022 laten een stijging zien van de meldingen op grond van herkomst/huidskleur, en geslacht, en een daling in meldingen op grond van handicap/chronische ziekte. Deze verschuivingen ten opzichte van 2021 zijn met name een gevolg van het einde van de coronacrisis.
Discriminatie op grond van herkomst/huidskleur werd in 2022 65 keer gemeld tegenover 46 keer in 2021. Voorvallen van discriminatie op grond van herkomst/huidskleur kwamen het vaakst voor in de openbare ruimte (10 keer), op de arbeidsmarkt (9 keer) en in de commerciële dienstverlening (9 keer).
Opvallend is de toename van het aantal meldingen op grond van geslacht ten opzichte van 2021. Discriminatie op deze grond is in 2022 16 keer gemeld, tegenover slechts 6 keer in 2021. Het aantal is ongeveer terug op het niveau van 2020 (toen 15 meldingen).
In 2022 kwamen de meeste meldingen binnen op het terrein van de arbeidsmarkt, dit is een vrij stabiel gegeven in de cijfers van de afgelopen jaren met uitzondering van het ‘coronajaar’ 2021. In bijna de helft van de gevallen ging het hierbij om ervaren discriminatie op grond van herkomst of huidskleur. Dit betrof ervaringen van discriminatie bij werving en selectie op de werkvloer, arbeidsvoorwaarden en promotie/doorstroom, en bij arbeidsbemiddeling.
Het aantal meldingen van discriminatie in de openbare ruimte (belediging, bekladding, e.d.) liet in 2022 een duidelijke stijging zien.
Het volledige rapport met alle discriminatiecijfers over 2022, inclusief een overzicht van onze overige resultaten, is hier te downloaden:
Op 21 maart, Internationale Dag tegen Racisme, bezochten wij op de meldpuntfiets gemeentehuizen en buurthuizen in onze regio om in gesprek te gaan met inwoners en om aandacht te vragen voor de urgentie van de bestrijding van alle vormen van discriminatie en de bescherming van de rechten van de mens.
Brinkhuis Laren
Gemeente Gooise Meren
De Draaikom, Huizen
Buurthuis Blaricum
Buurthuis Huizen
Raadhuis Hilversum
De UitWijk Bussum
Buurthuis ZO-samen Hilversum Zuid-Oost
Bij het Raadhuis in Hilversum werd de mensenrechtenvlag gehesen door wethouder Karin Walters, en de gemeentesecretaris, in het bijzijn van Stichting Gooi en Vecht Inclusief, Stichting Hilversum One en het Meldpunt.
‘Met Andere Ogen’: bewustwordingstraining Hilversum voor eigen medewerkers tegen vooroordelen
Hilversum start een bewustwordingstraining voor alle managers en teams binnen de organisatie, bedoeld om discriminatie of pesten op de werkvloer tegen te gaan. Dat zeiden wethouders Karin Walters (Inclusie) en algemeen directeur/gemeentesecretaris Pilar Torres bij het hijsen van de mensenrechtenvlag.
Dat hijsen van de vlag vond dinsdagmorgen, tijdens de Internationale dag tegen racisme en discriminatie, direct voor het raadhuis plaats. Ook aanwezig in de regen waren vertegenwoordigers van het Meldpunt Discriminatie Gooi en Vechtstreek, het Diversiteitsnetwerk (inwoners en organisaties die zich sterk maken voor een cultureel divers Hilversum) en Stichting Gooi- en Vecht inclusief. “We willen een Hilversum waarin iedereen mee kan doen, zich thuis voelt, gelijke kansen heeft en zichzelf kan zijn. Dat kunnen we niet alleen, daar hebben we iedereen bij nodig”, aldus de wethouder.
Zij gaf daarbij aan dat de gemeente Hilversum een inclusieve organisatie wil zijn die gebruik maakt van de kracht van diversiteit. Mede daarom biedt de gemeente de workshop ‘Met Andere Ogen’ aan voor alle managers en teams binnen de eigen organisatie. “Deze interactieve bewustwordingstraining moet waardevolle gesprekken opleveren en medewerkers en leidinggevenden alert maken op de soms onbewuste vooroordelen of reflexen van waaruit zij handelen of reageren”, is daarbij de officiële uitleg van de gemeente.
Deze workshop kan ook aangeboden worden aan groepen geïnteresseerde buurtbewoners. Torres geeft aan dat binnen het raadhuis de workshop al in gang is gezet. Het is overigens niet zo dat er meldingen zijn binnengekomen van racisme of grensoverschrijdend gedrag binnen de organisatie, benadrukt zij. “Ik kwam hier vorig jaar en merkte dat het thema niet heel zichtbaar was. De vraag is dan of ik niks hoor omdat er niks aan de hand is of dat mensen niks durven te zeggen.”
VR bril
Bewustwording. Daar draait het tijdens de workshop om. Medewerkers krijgen daarbij een VR bril op en zien een film met thema’s als man-vrouw, wit-zwart of pesten op de werkvloer. En dan vanuit meerdere perspectieven, legt de algemeen directeur uit: vanuit de pester, het slachtoffer, maar ook de mensen er omheen.
Het idee daarbij is om misverstanden te voorkomen. Torres noemt daarbij als voorbeeld de Ramadan, die komende week begint. Dan kan het voorkomen dat een niet-moslim binnen het team een bijeenkomst houdt, waar een lunch bij zit. Die medewerker is dan even vergeten – onbewust dus – dat het voor zijn collega de vastenmaand is, maar voor die collega kan dat heel kwetsend zijn. “Dan voel je je niet gehoord of gekend.” Walters vervolgt: “Je leert van de workshop om over dit soort lastige onderwerpen te praten.”
Een ander nieuwtje is dinsdagmorgen de nieuwe fiets – het Mobiele Meldpunt – van het Meldpunt Discriminatie, bedoeld om meer de wijken in te gaan. Voor veel mensen blijkt het toch een drempel om naar het meldpunt aan de Larenseweg te gaan, vertelt consulent Bernd Buiting van het meldpunt. Met duidelijk herkenbare fietsen gaan de medewerkers langs bij buurtcentra en ontmoetingsplekken. Hier kunnen inwoners ter plekke in gesprek gaan met het meldpunt om hun ervaringen te delen, vragen te stellen en eventueel melding van discriminatie te doen.
Naast het behandelen van discriminatieklachten zet het Meldpunt ook in op preventie middels voorlichting, gastlessen op basisscholen en workshops onder andere in het voortgezet onderwijs. Als het gaat om discriminatie wijkt Hilversum niet af van het landelijk beeld, aldus Buiting. “Je merkt het nu weer wat meer op de arbeidsmarkt: pesten op het werk of collega’s die vervelende opmerkingen maken. Meldingen van grensoverschrijdend gedrag krijgen we niet echt. Dat blijft voor veel mensen toch een lastig issue.”
Stagediscriminatie De komende periode zal vanuit het regionaal actieplan jeugdwerkloosheid Gooi en Vechtstreek worden geïnvesteerd in het begeleiden van jongeren/studenten bij het vinden van een stageplek, meldt de gemeente. Om stagediscriminatie tegen te gaan wordt de video sollicitatieapp, HireTime als pilot ingezet op het MBO College Hilversum en op de Gooise Praktijkschool. “Dit is een innovatief middel dat het mogelijk maakt dat de student een video-opname kan maken om naar een stageplek te solliciteren. De student krijgt de kans om op beeld zijn talenten te laten zien, en zijn motivatie/enthousiasme te tonen. Zowel werkgevers als jongeren reageren zijn enthousiast.”